Heidelbergse Cathechismus
De Heidelberger Catechismus is op verzoek van de protestantse keurvorst Frederik III van de Palts geschreven door Caspar Olevianus en Zacharias Ursinus. Aanleiding was de onduidelijkheid over de aard en de positie van het avondmaal. Frederik gaf de opdracht aan Zacharias Ursinus, hoogleraar dogmatiek aan de Heidelbergse universiteit.Uitgaande van wat er in Bazel, Zürich, Genève, Emden en Londen al op het gebied van catechese beschikbaar was, werd de catechismus geschreven. In de eindredactie heeft met name Olevianus een grote hand gehad. In januari 1563 werd de Catechismus door een speciaal bijeengeroepen synode officieel verklaard. Op verzoek van Olevianus werd in de tweede editie de omstreden vraag en antwoord 80 over de “Werkelijke Tegenwoordigheid” in de rooms-katholieke mis toegevoegd.
De Heidelberger Catechismus werd door Petrus Datheen in het Nederlands vertaald. Hij voegde hem toe aan zijn psalmbundel. De Synode van Dordrecht (1618-1619) toetste de Catechismus en schreef hem voor als document dat ambtsdragers en hoogleraren dienden te ondertekenen.
Nederlandse Geloofsbelijdenis
De Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB), opgesteld o.a. door Guido de Bres (1522-1567), is in 1561 in het Frans uitgegeven in wat nu het noorden van Frankrijk is. Ze moest dienen als verantwoording voor de Reformatie tegenover de Spaanse overheid. Van het begin af heeft ze ook gediend als verwoording van het gemeenschappelijk geloof van de Nederlandse Gereformeerden.
Dordtse Leerregels
De Dordtse Leerregels zijn opgesteld op de Synode van Dordrecht, een landelijke vergadering van gereformeerde kerken in 1618 en 1619 in Dordrecht die ook bijgewoond werd door vertegenwoordigers van buitenlandse gereformeerde kerken. De Dordtse Leerregels zijn een weerlegging van de Vijf artikelen van de remonstranten, de Dordtse Leerregels worden daarom ook wel de Vijf artikelen tegen de remonstranten genoemd.
De Dordtse Synode was een landelijke synode die bijeengeroepen was door de Staten-Generaal van de Verenigde Nederlanden om uitspraak te doen over de opvattingen van de remonstranten. De remonstranten werden op de Synode van Dordrecht unaniem veroordeeld door de contraremonstranten. Hun leer was, volgens de overige deelnemers aan de Synode, niet in overeenstemming met de Bijbel. In de leerregels is de veroordeling schriftelijk vastgelegd. De Dordtse Leerregels werden als een van de Drie Formulieren van Enigheid onderdeel van de belijdenis van de gereformeerde kerk in Nederland en daarmee ook van alle kerken die zich als voortzetting van deze kerk beschouwen.
Drie geloofsbelijdenissen
Naast de Nederlandse Geloofsbelijdenis, belijden wij ook de drie onderstaande geloofsbelijdenissen.
Apostolische Geloofsbelijdenis
De apostolische geloofsbelijdenis (ook wel (Symbolum) Apostolicum genoemd of De Twaalf Artikelen van het Geloof) is een van de centrale geloofsbelijdenissen uit het christendom. De apostolische geloofsbelijdenis is de eenvoudigste van de geloofsbelijdenissen. De belijdenis is langzaamaan ontstaan uit onder andere verzen in de Bijbel. Rond 170 is de eerste bekende versie op schrift gezet.
Geloofsbelijdenis van Nicea
De geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel is de tekst waarin voor de eerste keer in de christelijke geschiedenis de fundamentele doctrines van het christendom werden vastgesteld door de leiders van verschillende kerken, bijeen in vergadering in Nicea:
1. de leer van de incarnatie/menswording van God in de persoon van Jezus Christus en
2. de Triniteitsleer (er bestaat maar één God, maar deze bestaat uit drie personen).
Geloofsbelijdenis van Athanasius
De Geloofsbelijdenis van Athanasius (in het Latijn: Symbolum Athanasianum of Quicumque vult) is een uiteenzetting van de christelijke leer die traditioneel wordt toegeschreven aan Athanasius (295-373), aartsbisschop van Alexandrië. De belijdenis is bedoeld om het arianisme te bestrijden, zoals ook Athanasius dat deed.